Gegevensbescherming

Wat is Speciesisme? Oorzaken, gevolgen en manieren om te overwinnen

Onze samenleving maakt onderscheid tussen verschillende diersoorten door sommige meer bescherming en morele waarde toe te kennen dan andere. Terwijl honden en katten als geliefde huisdieren worden beschouwd, is het vanzelfsprekend dat koeien, varkens of kippen voor menselijke consumptie worden gebruikt. Dit onderscheid is niet gebaseerd op objectieve biologische of morele principes, maar op een diepgewortelde denkwijze die speciesisme wordt genoemd.

Maar wat betekent speciesisme precies? Hoe heeft dit concept zich historisch ontwikkeld en welke gevolgen heeft het voor dieren, mensen en het milieu? In dit artikel belichten we de definitie, de ontstaansgeschiedenis, de dagelijkse uitdrukkingsvormen en ethische tegenargumenten.

Definitie van Speciesisme: Wat betekent de term?

Speciesisme beschrijft een vorm van discriminatie waarbij levende wezens verschillend worden behandeld op basis van hun behoren tot een bepaalde soort. Net als racisme of seksisme, bevoordeelt of benadeelt speciesisme bepaalde groepen - in dit geval gebaseerd op hun biologische soort.

In de praktijk betekent dit dat de belangen van niet-menselijke dieren systematisch ondergeschikt worden gemaakt aan de menselijke belangen, ongeacht of zij evenzeer in staat zijn te lijden of vreugde te ervaren. Terwijl mensenrechten als vanzelfsprekend worden beschouwd, wordt het bestaan van vergelijkbare rechten voor dieren vaak niet erkend.

Speciesisme uit zich bijvoorbeeld door het feit dat sommige dieren onder wrede omstandigheden in massaproductie worden gehouden, terwijl andere met bijzondere zorg als huisdieren worden verzorgd. Dit willekeurige onderscheid wordt vaak cultureel of economisch gemotiveerd, maar is vanuit ethisch oogpunt twijfelachtig.

Historische achtergrond: Hoe ontstond speciesisme?

De term speciesisme werd voor het eerst in 1970 gebruikt door de Britse psycholoog Richard D. Ryder, maar de opvatting dat de mens boven andere levende wezens staat, gaat ver terug in de geschiedenis. De manier waarop dieren werden behandeld, varieerde door verschillende culturen en tijdperken heen - van religieuze verering tot systematisch gebruik als hulpbronnen.

Antieke en Middeleeuwen: Het ontstaan van de mens-dier scheiding

In veel vroege culturen werden dieren als spirituele wezens beschouwd. Vooral in religies zoals het hindoeïsme en boeddhisme was respectvolle omgang met dieren een morele plicht. In het oude Griekenland werd daarentegen voor het eerst een strikte scheiding tussen mens en dier geformuleerd. Aristoteles (384–322 v. Chr.) zag de mens als superieur, aangezien hem de rede werd toegeschreven, terwijl dieren alleen instinctief handelden. Deze idee had een blijvende invloed op het westerse denken.

In de middeleeuwen werd de superioriteit van de mens door de christelijke theologie versterkt. De Bijbel stelde de mens voor als de "kroon van de schepping", wat als rechtvaardiging diende voor het gebruik van dieren voor voedsel, werk en kleding. Deze denkwijze bepaalde eeuwenlang de omgang met dieren in Europa.

Moderne tijd en Verlichting: Dieren als machines?

Met de wetenschappelijke revolutie van de Renaissance en moderne tijd werd de scheiding tussen mens en dier verder versterkt. René Descartes (1596–1650) zag dieren als zielloze automaten die slechts reflexen op externe stimuli vertoonden. Dit rechtvaardigde dierproeven en het industriële gebruik van dieren. Pas met de Verlichting werd het dierenwelzijn sporadisch besproken, maar de meeste filosofen bleven dieren beschouwen als middelen tot een doel.

19de en 20ste eeuw: Het begin van de dierenrechtenbeweging

Pas in de 19e eeuw leidden groeiende ethische bezorgdheden tot de oprichting van de eerste dierenbeschermingsbewegingen. In 1824 werd in Groot-Brittannië de Royal Society for the Prevention of Cruelty to Animals (RSPCA) opgericht. In de 20e eeuw toonden gedragswetenschappers zoals Jane Goodall aan dat dieren complexe emoties en sociale structuren bezitten.

Met de publicatie van "Animal Liberation" (1975) door Peter Singer begon de moderne dierenrechtenbeweging. Singer argumenteerde dat speciesisme evenzeer moreel twijfelachtig is als racisme of seksisme. Sindsdien hebben vele filosofen en activisten zich beziggehouden met de ongelijke behandeling van dieren, en organisaties zoals PETA of Animal Equality zetten zich in voor hun rechten.

De speciesistische denkwijze is historisch gegroeid en diep geworteld in onze cultuur. Pas in de laatste decennia is deze intensiever in vraag gesteld. Door de toenemende erkenning van het bewustzijn en lijden van dieren wordt steeds duidelijker dat het tijd is voor een herziening in de omgang met niet-menselijke wezens.

Manifestaties van speciesisme in het dagelijks leven

Speciesisme is diep geworteld in onze cultuur en onze dagelijkse praktijken. Vaak realiseren we ons niet dat we bepaalde diersoorten voortrekken terwijl we anderen leed aandoen. Hier enkele voorbeelden:

Voeding: In de meeste samenlevingen is het normaal om bepaalde dieren zoals runderen, varkens of kippen te eten, terwijl andere – zoals honden of katten – als familieleden worden beschouwd. Dit onderscheid is niet biologisch gefundeerd, maar cultureel bepaald.

Kleding: Veel kledingstukken zijn gemaakt van leer, wol of bont, wat betekent dat dieren voor mode worden gebruikt of gedood.

Amusement: Dierentuinen, circussen en dolfinaria houden dieren vaak onder onnatuurlijke omstandigheden gevangen om ze voor menselijk vermaak te gebruiken.

Dierproeven: Miljoenen dieren worden jaarlijks in laboratoria getest, vaak voor cosmetica of medicijnen. Hun leed wordt vaak als noodzakelijk beschouwd, hoewel er alternatieve onderzoeksmethoden bestaan.

Wetgeving: In veel landen zijn er strenge wetten voor de bescherming van huisdieren, terwijl vee vaak slechts minimale wettelijke bescherming geniet.

Ethische argumenten tegen speciesisme

Tegenstanders van speciesisme beweren dat het leed van een wezen niet minder van belang is, alleen omdat het tot een andere soort behoort. Belangrijk voor morele overweging is het vermogen om te lijden, niet de biologische classificatie.

Moderne wetenschappelijke inzichten tonen aan dat veel dieren een hoog niveau van intelligentie, sociale vaardigheden en emoties bezitten. Varkens zijn bijvoorbeeld net zo intelligent als honden, terwijl kraaien gereedschappen kunnen gebruiken. Toch worden sommige van deze dieren beschermd, terwijl andere slechts als voedsel worden beschouwd.

Een ander argument tegen speciesisme is dat andere vormen van discriminatie – zoals racisme of seksisme – al als moreel verkeerd worden erkend. Analoog hieraan is het evenzeer onrechtvaardig om dieren enkel op basis van hun soortsherkenning slechter te behandelen.

In de afgelopen jaren hebben tal van landen en bedrijven belangrijke stappen gezet om de bescherming van dieren te verbeteren en speciesistische structuren af te breken. Vooral in de gebieden van amusement, mode en het houden van wilde dieren zijn voelbare veranderingen zichtbaar.

Frankrijk heeft in 2021 besloten om het houden van wilde dieren in circussen geleidelijk te verbieden, om het leed van olifanten, leeuwen en andere dieren te beëindigen. Ook het Verenigd Koninkrijk, Italië en Nederland hebben soortgelijke wetten aangenomen die erop gericht zijn om dieren niet langer als louter entertainmentobjecten te gebruiken. Duitsland heeft eveneens voortgang geboekt: sinds 2022 is het in verschillende deelstaten verboden om bepaalde wilde diersoorten zoals olifanten, beren of giraffen in circussen te houden. Er zijn ook eisen voor een nationaal verbod, dat echter nog niet volledig is geïmplementeerd.

De kritische houding ten opzichte van het houden van wilde dieren blijkt ook uit het toenemende aantal landen dat dolfinaria en parken voor zeezoogdieren verbiedt. Canada heeft in 2019 wetten aangenomen die het verbieden om walvissen en dolfijnen in gevangenschap te houden of te fokken. Frankrijk kondigde in 2021 aan om geen nieuwe orka’s of dolfijnen meer in gevangenschap te nemen, en Barcelona is van plan zijn laatste dolfijnenarium te sluiten en de dieren naar beschermde zeereservaten te verplaatsen. In Duitsland nemen de protesten tegen het houden van dolfijnen in dierentuinen toe, en wordt er gediscussieerd of bestaande faciliteiten op termijn gesloten moeten worden.

Ook de mode-industrie reageert steeds meer op de kritiek op het gebruik van dierlijke producten. Noorwegen en Estland hebben besloten om bontfokkerijen tegen 2025 volledig af te schaffen, terwijl Californië als eerste Amerikaanse deelstaat de verkoop van bontproducten heeft verboden. Duitsland heeft in 2017 strengere voorschriften voor bontfokkerijen ingevoerd, wat ertoe leidde dat de laatste bedrijven in het land in 2019 werden gesloten. Grote luxemerken zoals Gucci, Prada, Versace en Canada Goose hebben aangekondigd om voortaan geen echt bont meer te gebruiken.

Deze ontwikkelingen tonen aan dat de maatschappelijke houding ten opzichte van dieren verandert. Steeds meer landen en bedrijven zetten zich actief in voor strengere dierenbeschermingsmaatregelen en erkennen dat dieren niet langer als louter hulpbronnen beschouwd mogen worden. In Duitsland groeit eveneens de druk op de politiek om verdere verboden en strengere wetten voor de bescherming van dieren door te voeren.

Gevolgen van Speciesisme voor dieren, milieu en mensen

Speciesisme beïnvloedt niet alleen de manier waarop dieren worden behandeld, maar heeft ook aanzienlijke ecologische en maatschappelijke gevolgen. De systematische uitbuiting van dieren leidt tot enorm veel leed, schaadt het milieu en heeft langdurige effecten op de menselijke gezondheid en voedselveiligheid.

Gevolgen voor dieren: Intensieve veehouderij en leed

Jaarlijks worden wereldwijd meer dan 70 miljard landdieren voor de voedselproductie geslacht, meestal onder extreme omstandigheden in de intensieve veehouderij. Kippen, varkens en runderen brengen hun hele leven door in krappe kooien of stallen, vaak zonder daglicht en frisse lucht. Vooral gruwelijk zijn martelende langeafstandstransporten, waarbij dieren zonder voldoende water en voedsel worden vervoerd. In slachthuizen komen vaak foutieve verdovingen voor, zodat veel dieren hun dood bewust meemaken.

Naar naast de voedselindustrie betreft speciesisme ook andere gebieden: dierproeven worden ondanks moderne alternatieven nog steeds uitgevoerd, en dieren in dierentuinen, circussen of dolfinaria lijden onder niet-dierspecifieke huisvesting.

Gevolgen voor het milieu: Klimaatverandering en hulpbronnengebruik

De intensieve veehouderij is verantwoordelijk voor 14,5 % van de mondiale broeikasgasemissies – meer dan het totale wereldwijde verkeer. Vooral problematisch is de ontbossing van regenwouden voor weidegronden en de teelt van veevoer zoals soja. Ongeveer 80 % van de wereldwijd geteelde soja wordt gebruikt als veevoer.

Een ander groot probleem is het hoge waterverbruik: de productie van 1 kg rundvlees vereist tot 15.000 liter water. Tegelijkertijd belasten de uitwerpselen van vee het land en water met nitraten en fosfaten, wat leidt tot waterverontreiniging en soortensterfte.

Gevolgen voor de mens: Gezondheidsrisico's en sociale ongelijkheid

Studies tonen aan dat een hoge consumptie van dierlijke producten de kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en bepaalde soorten kanker vergroot. Vooral bewerkte vleesproducten zoals worst en ham worden door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) verdacht van kankerverwekkend te zijn.

Bovendien verergert de intensieve veehouderij de sociale ongelijkheden. Grote landoppervlakten worden voor de veeteelt gebruikt, terwijl miljoenen mensen honger lijden. Een vermindering van de vleesconsumptie zou kunnen helpen om hulpbronnen efficiënter te gebruiken en de mondiale voedselzekerheid te verbeteren.

Speciesisme veroorzaakt enorm veel dierenleed, versnelt de klimaatverandering en heeft negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid en voeding. Een bewuster gebruik van dierlijke producten evenals duurzame alternatieven kunnen bijdragen aan het verminderen van deze problemen en een rechtvaardigere wereld voor alle levende wezens creëren.

Manieren om speciesisme te overwinnen

Speciesisme is diep geworteld in onze maatschappelijke structuren, maar er zijn tal van manieren om deze denkwijze in vraag te stellen en te veranderen. Het overwinnen van speciesisme vereist zowel individuele als maatschappelijke veranderingen die verschillende niveaus beïnvloeden – van persoonlijke consumptiebeslissingen tot politieke maatregelen.

1. Onderwijs en bewustzijnsverandering

Een centrale stap naar de overwinning van speciesisme is onderwijs en bewustwording. Veel mensen zijn zich niet bewust dat de systematische uitbuiting van dieren niet alleen morele, maar ook ecologische en gezondheidsconsequenties heeft. Door gedegen informatie over de cognitieve en emotionele intelligentie van dieren, hun wetenschappelijke capaciteiten en de werkelijke omstandigheden in de veehouderij kan het bewustzijn van de onrechtvaardigheid van speciesistische structuren worden vergroot.

Scholen, universiteiten en media spelen een belangrijke rol bij het overbrengen van deze onderwerpen. Wetenschappelijke studies tonen steeds duidelijker aan dat veel dieren complexe sociale structuren bezitten en een hoog niveau van gevoeligheid hebben. Organisaties zoals Animal Ethics, PETA of ProVeg zetten zich actief in voor de verspreiding van informatie en bieden educatiemateriaal aan om mensen bewust te maken van de rechten van dieren.

2. Culturele veranderingen en nieuwe normen creëren

Veel speciesistische praktijken zijn gebaseerd op sociale normen en tradities die vaak ondoordacht worden overgenomen. Om speciesisme te overwinnen, moeten nieuwe ethische normen worden vastgesteld die dieren niet langer als minderwaardige wezens beschouwen. Dit kan door het bevorderen van diervriendelijke waarden in de kunst, literatuur, film en reclame gebeuren.

Een voorbeeld van een culturele verandering is de toenemende afwijzing van bontmode of buitenlandse dieren in circussen. In veel landen zijn dergelijke praktijken door openbare druk al verboden of sterk ingeperkt. Een vergelijkbare verandering in de voedingssector zou ervoor kunnen zorgen dat dierenvrije alternatieven de norm worden en dierlijke producten geleidelijk aan belang verliezen.

3. Dagelijkse keuzes: Bewust consumeren

Elk aankoop is een beslissing – en met elke beslissing kan dierlijk leed worden verminderd. Dit omvat:

Diervrije voeding: Wie vlees, vis, zuivelproducten en eieren vermindert of helemaal afziet, draagt direct bij aan het verminderen van de vraag naar producten uit de intensieve veehouderij. Ondertussen zijn er talrijke plantaardige alternatieven beschikbaar die een uitgebalanceerde voeding mogelijk maken.

Dierproefvrije producten kiezen: Veel cosmetica en huishoudproducten worden nog steeds op dieren getest. Door dierproefvrije producten te kopen, kan elke consument een statement maken.

Mode zonder dierenleed: Leer, wol en bont veroorzaken immense dierlijk leed. Steeds meer merken bieden duurzame, diervrije alternatieven aan.

Duurzaam dierenvoeding: Ook huisdieren kunnen zonder conventioneel vlees worden gevoed. Een voorbeeld hiervan is het Marsavet droogvoer hond Microbell met microbiële eiwit. Dit innovatieve voer maakt geen gebruik van dierlijk eiwit van vee en maakt in plaats daarvan gebruik van microbieel eiwit, dat een milieuvriendelijke, hypoallergene en goed verteerbare eiwitbron is. In vergelijking met de traditionele vleesproductie vereist microbieel eiwit tot 90 % minder land, water en energie, wat het tot een ethische en duurzame keuze maakt. Dergelijke alternatieven dragen bij aan het verminderen van de vraag naar dierlijke producten en het doorbreken van speciesistische structuren op de lange termijn.

Afbeelding

4. Politieke en wettelijke veranderingen

Individuele keuzes zijn een belangrijke factor, maar om speciesisme systematisch te bestrijden, zijn ook politieke maatregelen en wettelijke regelingen vereist. In veel landen zijn er al initiatieven om de dierenrechten te versterken, maar deze beperken zich vaak tot huisdieren, terwijl vee nog steeds onvoldoende is beschermd.

Eisen voor strengere dierenbeschermingswetten, het afschaffen van intensieve veeteelt en het stimuleren van plantaardige alternatieven krijgen steeds meer betekenis. Door middel van petities, verkiezingen en politiek engagement kunnen burgers actief bijdragen aan het veranderen van wettelijke kaders. Een voorbeeld hiervan is het toenemende aantal steden en landen die subsidies voor de vleesindustrie afbouwen en in plaats daarvan duurzame eetgewoonten bevorderen.

Het overwinnen van speciesisme vereist een allesomvattende maatschappelijke verandering die onderwijs, cultuur, consumptiegedrag en politieke maatregelen omvat. Elke individuele stap – hetzij door bewuste consumptie, bewustwording of politiek engagement – helpt speciesistische structuren te doorbreken en een rechtvaardigere wereld voor alle levende wezens te creëren.

Een heroverweging voor een eerlijkere wereld

Speciesisme vormt ons maatschappelijke denken, maar deze ongelijke behandeling van dieren is noch ethisch toelaatbaar noch onvermijdelijk. Wetenschappelijke inzichten tonen aan dat dieren emoties en het vermogen tot lijden bezitten, waardoor hun systematische uitbuiting in vraag moet worden gesteld.

Iedereen kan bijdragen aan de verandering – door bewustere consumptiekeuzes, de ondersteuning van dierenrechten en duurzame alternatieven. Een eerste stap is om dieren niet te beoordelen op hun nut voor mensen, maar hen als voelende wezens met een eigen waarde te respecteren.

Veelgestelde vragen over speciesisme

  1. Wat wordt verstaan onder speciesisme? Speciesisme verwijst naar de discriminatie van levende wezens vanwege hun soortskenmerken, waarbij de belangen van niet-menselijke dieren worden ondergeschikt aan de menselijke belangen.
  2. Hoe uit speciesisme zich in het dagelijks leven? Speciesisme manifesteert zich in de ongelijke behandeling van dieren, zoals de zorg voor huisdieren in vergelijking met de exploitatie van vee en proefdieren.
  3. Waarom is speciesisme moreel problematisch? Het is problematisch omdat het het leed van dieren systematisch negeert, hoewel dieren net zo goed in staat zijn om te lijden als mensen.
  4. Wat is anti-speciesisme? Anti-speciesisme is de houding die zich verzet tegen de discriminatie van dieren vanwege hun soortskenmerken en een gelijkwaardige overweging van de belangen van alle voelende wezens eist.
  5. Hoe kan men speciesisme in het dagelijks leven overwinnen? Men kan speciesisme overwinnen door dierlijke producten te vermijden, dierproefvrije producten te kiezen, geen dierentuinen of circussen te bezoeken en over te schakelen naar een veganistisch dieet.